260 te leggengeniet hij tevens het vrij gebruik van postpaar den en worden hem de reiskosten voor den aldus afgelegden afstand naar het voorschrift van artikel YII te goed gedaan. IX. Getuigen of deskundigen worden niet beschouwd als gouvernements-reizigersop hen zijn mitsdien niet van toe passing de speciale tarieven, volgens welke, voor den over voer van gouvernements-passagiers en goederen over zee minder betaald wordt dan voor particulieren. X. Yan den dag, voorafgaande aan dien, waarop de ver schijning van den getuige of deskundige gevorderd wordt, tot en met den dagvolgende op dienwaarop hem vergund wordt te vertrekkenwordt eene som van acht gulden daags wegens verblijfkosten toegelegd. XI. Aan den getuige of deskundige, bedoeld in artikel VIII, wordt daarenboven eene som van vijf gulden te goed gedaan voor eiken dag, dien hij aantoont in de noodzake lijkheid geweest te zijn, langer dan de in artikel X vermel de tijd op het eiland waarheen hij was ontboden, te vertoeven. XII. De helft der reiskostenwaarop een getuige of des kundige aanspraak heeft, wordt hemop zijn verzoekdoor het hoofd van het plaatselijk bestuur zijner woonplaats in voorschot verstrekt. Hiervan wordt aanteekening gehouden op de acte van dagvaarding, die ten allen tijde bij een ver zoek om schadeloosstelling moet worden overgelegd. XIII. De getuige of deskundigedie in strafzaken door den beklaagde wordt gedagvaard, kan tegenover dezen gelijke aanspraken op schadeloosstelling, gebruik van postpaarden en voorschot doen geldenals welke bij de voorgaande be palingen aan getuigen of deskundigen, op last van den rechter of het openbaar ministerie opgeroepenis toegekend. Bij verschil over het bedragwaarop de getuige of deskundige meent, recht te hebben, zal de begrooting van den bij artikel II aangewezen ambtenaar kunnen worden verzochtzonder dat van de beslissing van dezen eenig hooger beroep is toe gelaten. Alleen bij vrijspraak van den beklaagde, wordt het bedrag' der schadeloosstelling van zoodanigen getuigegeheel of gedeeltelijk, ten laste van den lande gebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 265