262 zal de auditeur-militair eoneludeeren tot condemnatie van den beklaagde in de kosten. Bij circulaire van liet H. M. G. dd. 9 Juni 1873, No 53/229 a is bepaald, dat dit lid zoo danig moet worden opgevat, dat overeenkomstig het daar omtrent bepaalde bij de voorschriften van strafvordering bij den burgerlijken rechter in Ned.-Indië, alleen in geval van geheele vrijspraak of geheele gegrond verklaringde kosten van het proces zullen komen ten laste van den lande en in ieder ander geval ten laste van den beklaagde of den re clamant. Bij het besluit van het H. M. G. dd. 9 Augustus 1872 is als beginsel aangenomen, dat om een beklaagde als recidivist te kunnen straffen liet rechterlijk gewijsde, waarbij hij vroeger werd veroordeeldbij de processtukken behoort te worden gevoegdwanneer de delinquent reeds vroeger voor hetzelf de feit eene straf van detentie boven het jaar is opgelegd geworden. Artikel 210. Circulaire van den Advocaat-Fiscaal dd. 18 Mei 1875, No 45. De auditeurs-militair zullen onmiddeljjk bjj ontvangst van vonnissen en sententiën op arrestenhou dende verwijzing tot de doodstraf, de betrokkenen afvragen of zij al dan niet genegen zijngebruik te maken van de hun verleende faculteit om lijfsbehoud af te smeeken en, bij ontkennende beantwoording, onder opzending van de stukken den Advocaat-Fiscaal voor de Land-en Zeemacht onverwijld daarvan mededeeling doen. Artikel 213. In zake van reclamanten, hetzij bij gegrond- verklaring, met last tot ontslag uit het arresthuis of zonder dat roija van straf heeft plaats gehad, dan wel dat eene dis ciplinaire straf is opgelegd, wordt het vonnis en de sententie bij missive den plaatselijken korumandantter plaatse waar de beklaagde zich bevindt, aangebodenmot verzoek om voor de tenuitvoerlegging het noodige te verrichten, en liet arrestvoorzien van de aanteekening van tenuitvoerlegging den Advocaat-Fiscaal toegezonden. Zie A. O. N° 92 van 1874. Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 267