268 Volgens het derde voorstel zou eene kapiteinsweduwe met 5 kinderen 'sjaars krijgen f 900 650 ƒ1550; volgens de oude bepalingen 900 288 z=^1188. Heeft zij meer kinderen, bijv. 7, dan zou zij f 1750 krijgen tegen f 1188, zooals dit nu het geval is. Dat de opvoeding der kinderen hierdoor eene groote verbetering kan ondergaan, en daarom door het voorstel in een lang gekoesterden wenscli en eene drin gende behoefte wordt voorzien, zal wel geen betoog behoeven. Evenmin als dat door punt 4 eene groote onbillijkheid wordt weggenomen. Op het vijfde voorstel kan alleen, dunkt ons, worden aan gemerkt, dat het niet vroeger is gedaan. Het zesde is zeer billijk, omdat het aanzienlijk kapitaal van drie millioen niet door ons, maar grootendeels door onze vroegere kameraden is bijeengebracht, en hunne weduwen en kinderen daarvan, door den goeden stand der fondsen, ook wel de voordeelen mogen deelen. Door bovenstaande wijzigingen zou volgens de gemaakte berekeningen het bedrag der contributie in de eerste jaren niet hooger dan 3 °/D behoeven gesteld te worden, en eerst langzamerhand tot over een 20 tal jaren op 5 °/0 moeten gebracht worden, ten einde in het noodige te voorzien en het thans aanwezige groote kapitaal ongeschonden te laten. C.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 273