275 niet weg te cijferen, dat er tusschen het burgerlijke en liet militaire element eene soort van naijvervan onder schatting van elkanders streven bestaat, een verschijnsel, dat zich trouwens ook tusschen ambtenaren van verschil lende civiele diensttakken, even als in de handelswereld, b. v. tusschen groot- en kleinhandelaren, voordoet. Maar dat is niet meer dan natuurlijk. Ieder met am bitie voor zijn vak bezield man houdt den door hem ge kozen werkkring voor den besten en is reeds alleen daar door geneigd, aan de pogingen van anderen op van het zijne verschillende terreinen die volle waardeering te ont houden, welke ze verdienen. Niet, dat burgers geen lof zullen over hebben voor eene behaalde schitterende over winning voor een roemrijk wapenfeitdat niet. Inte gendeel, de Indische krijgsgeschiedenis der laatste jaren levert het bewijs, dat zij zelfs veelal geneigd zijn, be haalde voordeelen te overschattendoch de voorbereiding tot den oorloghet leggen der grondslagenwaarop het succes moet worden gebouwdhet nauwgezette beheer van kleeding en wapeningde oefening van den troep de disciplinede zorg voor de materieele belangen van den soldaatallen zakenzonder welke de militaire maat schappij niet bestaan kan, noemt de burger „soepproeverij", soldaterij, slobkousendienst. De Hemel wete welke liefe lijke epitheta hij er nog meer aan geeft, zonder te be denken, dat het van zijn standpunt „Dummerei" is, steeds op overwinningen te hopen en de maatregelen, die tot het behalen er van moeten bijdragen, te bespottenHoofden van gewestelijk bestuur hebben in den regel geene mili taire opleiding gehad, weten dus van militaire zaken noch in de details, die bij de schutterij toch ook wel niet mogen veronachtzaamd wordenen. nog veel minder in hoofdzaak, weinig of iets af en stellen er ook hoegenaamd geen belang in. Cultures, politie, wegen, finantiën, openbare werken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 280