276 en thans ook belastingennemen een te groot gedeelte van hun tijd en hunne aandacht in beslagdan dat zij zich met de ook onder hun gezag gestelde schutterijen zouden kunnen bemoeien. Zeiven in den regel geene de minste militaire kennis bezittende, is het hun onmogelijk, den graad van geoefendheid dier korpsen te beoordeelen. Sommige hoofden van gewestelijk bestuur bepalen zich dan ook tot de doorzending van alle aan den kommandant gerichte en van hem uitgaande stukkentot het letterlijk opvolgen van de hem gedane voordrachtennamelijk zoolang die aan andere takken van dienst in schijn geen nadeel toebrengen. We zeggen „in schijn,want in werkelijkheid heeft men het op geen gouvernementsbureau zóó drukdat er eens in de veertien dagen niet een enkel uurtje af zou kunnen om te exerceeren. Schrijverij, het invullen van nihil-staten, bijv., is nuttiger dan zich in den wapenhandel te oefenen. Weer anderen beschouwen de schutterij als eene soort „Vanity Fair" om aan eenige der voornaamste in gezetenen van de plaats hunner inwoning gelegenheid te geven, zich in uniform te vertoonen en aan receptiën of andere dergelijke bijeenkomsten „chique" bij te zetten. We dingen niets af op de verdiensten van hen, die thans aan het hoofd der verschillende Schutterkorpsen staan maar de ondervinding doet zien dat een groot fortuin hooge ambtelijke of commercieele positie, meer gewicht in de schaal leggen dan deugdelijke militaire kennis. Tracht men de schutterij practisch te oefenen, haar op militaire wijze voor hare zaak geschikt te makendan heet het meestal „de kommandant is te veel soldaat, legt te veel militairisme aan den dagburgers zijn geene soldaten en door het uiten van dergelijke oordeelvellingen, door het doen achterstaan der sehutterlijke bij alle andere belangen, kan de Resident zeker zijn, a an populariteit (eene schoone zaak, die aan meer dan een machthebbende „veel vermaak"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 281