277 geeft) te hebben gewonnen. Naar onze innige overtuiging zou menig schutterofficier oneindig meer voldoening heb ben van zijn streven om op de hem aangewezen plaats, ten algemeenen nutte werkzaam te zijnwanneer zijne verdiensten door het D. v. O., dat de moeilijkheden kent en waardeert, beoordeeld werdenin plaats van door den Resident, die er zich in het geheel niet om bekommert en wien, even als aan zjjn chef, den Directeur van Bin- nenlandsch Bestuurde schutterijen tot last zijn. Gaarne aannemendedat b. v. de toegekende onderscheidingen ten volle verdiend zijn, zoo durven wij ook beweren, dat er onder hen, wien die eer niet mocht te beurt vallen, velen zijn, die zich eene onderscheiding evenzeer, zoo niet nog meer dan de bevoorrechten hebben waardig gemaaktmaar die zich niet op den voorgrond stellen en zich bepalen tot het vervullen van hun plicht, zonder meer; we zullen dit met een paar voorbeelden staven. Gewoonlijk worden de kom mandanten der schutterij op de hoofdplaatsen van Java gedecoreerd. Niet alzoo echter de sedert een paar jaren afgetreden Luitenant-Kolonel der Samarangsche schutterij, een man die steeds de goedkeuring van alle militaire au toriteiten, voor de wijze waarop hij zijn bataillon leidde, had verworvendie getoond had, veel, zoo niet alles, voor zijn korps over te hebben, en te Samarang de hoogste achting van allen, die hem kennen, geniet. Welnu, die verdienstelijke man is, zegt men, niet gedecoreerd, om dat hij niet tot den groothandel behoorde! We kunnen het nauwelijks gelooven; maar een feit is het, dat hem geehe onderscheiding is mogen te beurt vallenofschoon hij grootere burgerlijke en ook militaire verdiensten heeft dan menig met den Nederlandschen Leeuw geridderde. De vorige kommandant der Soerabajasche schutterijdie zich ook met ijver op zijne betrekking had toegelegd en reeds te Padang als „kommandant had gefungeerd, mocht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 282