800 alsdan te vereenigen on daarmede naar Samarang te vol gen. Zijne Excellentie, dit een en ander beschikt heb bende nam met Deszelfs Stat' en eenige civiele ambtena ren en verder gevolg, met allen spoed de reize naar de even gezegde plaats aan, intusschen order stellende tot het vertrek van Zijner Majesteits fregatten (te Soerabaija gebleven) de Mécluse en de Nymphe. De Britsche ad miraliteit het vertrek der gezegde fregatten willende beletten, zond een der snel zeilendste en sterkste fregatten naar Soerabaijadoch de Fransche fregatten waren al reeds in zee, alwaar zij, onaangezien den spoed, door het Engelsche fregat achterhaald en onderscheidene rijzen zeer hevig aangetast wierdendan het laatst genoemde fregat werd hierbij zoodanig gehavend, dat het verkoos, de Méduse en de Nymphe te laten doorzeilen, om zich ter reede van Soerabaija van de schaden en van de les te komen herstellen. Het waren gezegde fregattenwelke mede nemen moesten de auditeurs en nog eenige aides- de-camp van Zijne Excellentie, om in Europa aan Zijne Majesteit rapport te doen van den tegenwoordigen toe stand der kolonie, enzoovoorts. Zijne Excellentie deed onverwijld naar Samarang ont bieden de troepen bij deu Keizer tp Soeracarta, het korps van den Kolonel, Pangerang (prins) Ario Praboe Prang Wedonode troepen bij den Sultan te Djocjacartaen het depot op Maduraverwachteude men wijders eenen aller- geduchtsten bijstand van deze Javasche hoofden Het korps van Prang Wedono was een legioen Inlanders bestaande uit 1150 man, waaronder eene kompagnie Kavallerie en twee stukken rijdende Artillerie, hetwelk steeds voltallig en gereedter dienste van den Gouver- neur-Generaal van Nederlandsch-Indië zijn moest. De Generaal Jamei had zich ingevolge order intusschen voor Samarang op marsch begevendoch te Cheribon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 305