301 gekomen (reeds door den vijand bezet) werd hijmet nog een zeker Hoofdofficier, in zijnen wagen krijgsgevangen gemaakt Het overige is al reeds door eenen anderen beschrevenhoedanig zijne benden gedurende den op- togt in de bovenlanden geplunderdgeroofd en zelfs gemoord hebbenen dat eindelijk eenige Hoofdofficieren en mindere officieren de aanvertrouwde geldkassen onderling verdeeld hebben en zich daarna op eene lage wijze almede te Cheribon in de handen van den vijand kwamen stellen, door welke handeling zij Zijne Excellentie Janssens te Éamarang vruchteloos op den bijstand van Buitenzorg wachten lieten De vijandelijke Generaalzijnen zendeling van Buitenzorg terug ziende komen, was niet weinig verwonderd over deszelfs narigt. Hij vermoedde echter weldra het voor nemen van Zijne Excellentie Janssens ten regte en deed dadelijk zijne troepen in beweging brengenden volgenden morgen werd Buitenzorg en van daar zoo verre doenlijk de bovenlanden bezet, terwijl er eene aanzienlijke magt van onderscheidene wapenen werd ingescheept en naar Samarang opgezonden, met last, dat door een gedeelte dezer troepen onderwege de buitenkantoren, als Crawang en Tjikao(de opgevulde pakhuizen met koffij te Karang Sambong daaronder) zoo mede CheribonTagal en Pak- kalongang in bezit moesten genomen worden, enzoovoorts. Of onder alle de omschrevene gebeurtenissen ten on zent de vader van den Sultan te Djocjacarta (die ee- nigen tijd te voren door Daendels onttroond was) het eene of andere vernomen haddan of hij door zendelin- Door wien? Dooi' den Kolonel, kommandant van het derde re giment Infanterie van linie soms, Ridder F. van Motman? Onlangs deelde liet „Algemeen dagblad van Ned.-Indië" liet bericht mede, dat bij een der Buitenzorgsche landheeren van dien naam een handschrift van dien kolonel over dezen oorlog berust. Is dit hetzelfde, dat door Mr. P. Mijer werd geraadpleegd? Zie voorts in liet werk over dezen oorlog van Saxen-Weimar, welke andere familien documentendaarover handelendebezitten. U,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 306