302
gen des vijands daarvan was onderrigt (aan welk laatste
men bijna geloof geven kan) genoeg: hij deed dadelijk
zijnen zoon (voorheen de Kroonprins) van den troon op
het matje ter aarde zitten, terwijl hij, zelf weder den
scepter nemendeden gouden stoel beklom. Hij beloofde
nogthans onzen Minister aan dit Hofom Zijne Excellentie
Janssens met alle zijne krachten te zullen ondersteunen;
zelfs liet de doortrapte Javaan groote toebereidselen ma
ken en zond ook werkelijk eenige troepen op weg naar
Samarangdan hierbij bleef het!
De Keizer te Soeracarta maakte het niet veel beter.
Alhoewel minder magtig dan de voren genoemde Sultan
(doch bijna gelijk aan doorslependheid) zoo had hij van
zijne zijde mede wel het een of ander kunnen toebrengen,
doch het scheen als of door eene nieuwe verandering van
zaken, hij zich ook een beter lot voorspelde; het was
als of het hem niet langer beviel, om de groote inkom
sten van zijne vogelnestenbazars als anderszinsgedeel
telijk onder den Gouverneur-Generaal en den Minister
te zien verdeelen, terwijl hij, de eerste in het rijk, met
een zeer matig inkomenals onder curatoren of voogden
gesteld werdzoodanigdat hij soms genoodzaakt was
om kleine benoodigdheden voor zijne tafel bij den Euro-
peeschen Minister te moeten vragen! Zoodra hem dooi
den gezegden Minister gedeeltelijk de omstandigheden
medegedeeld werden, betuigde hij de hartelijkste deelne
ming en beloofde met alle magt te willen helpen. Onze
troepen aan dit Hof waren reeds in aanmarsch voor Sama
rang zoomede het legioen van den Pangerang Prang
Wedonoterwijl er andere onderscheidene benden Javanen
des Keizers bij elkander gebragt en onder de orders ge
steld wierden van een der Hofgrooten! Deze manschap
pen stelden zich almede in bewegingedoch men wist
De resident. N,