304
vloot van Batavia ter reede van Samarang. Zijne Ex
cellentie Janssensgeene middelen hebbendeom de lan
ding te kunnen beletten, verliet de stad en begaf zich
naar de bovenlanden op den weg naar Oenarangalwaar
hij, met een gering gedeelte te zamen geraapte troepen
en het onvolledige legioen van Prang Wectono, met zij
ne twee stukken, eene positie uitkoos.
De vijandelijke bevelhebber, geenen tegenstand ontmoe
tende, zette zijne troepen aan den wal en rukte binnen
Samarangvan waar hijna uitgerust en de noodige
berigten betrekkelijk de omstandigheden der onzen beko
men te hebben, zich in marsch stelde, om den Gou
verneur-Generaal Janssens andermaal in zijne nieuwe po
sitie aan te vallen. Hij ontmoette weldra de voorposten
welke aangegrepen en even zoo spoedig overhoop gewor
pen wierden. Vervolgens stuitte hij op het kleine corps
d'armée in linie, met de stukken op eenige hoogten en in
het midden gerangschikt. Men geraakte handgemeendan,
als er bij de eerste ontbranding eenige Javanen vielen,
wierpen de overigen meest hunne wapenen weg en bega
ven zich langs verschillende zijden in de ijselijkste wan
orde op de vlugtMen deed alles wat mogelijk was
om hen weder tot stand te brengendannoch de belof
ten, noch bedreigingen konden helpen. De Luitenant-
Kolonel Bartloaan het hoofd van een der hulpbenden
Javanen gesteld, wilde de vlugtenden weder tot hunnen
pligt en in orde brengendan hij boette voor zijnen ijver
en werd op eene afschuwelijke wijze door hen vermoord.
En men was voor de tweede maal overwonnenDe wei
nige getrouwen der onzen redden nogthans voor een
oogenblik de stukken van Prang Wectono aan het sleep
touw; de terugtrekkenden deden toen daarmede onder
de opdringende vijandelijke Infanterie nog eenige schoten.
Men bereikte eindelijk het fort te Salatiga, alwaar men