25
voor de sterkste van liet geheele kamp houden konde. Met
de redouten in het voorfront stonden de zaken zoo voor-
deelig niet, en onaangezien zij bij de reeds aangewezen
gebreken te zwak en alleen maar geschikt waren voor
ligt geschutzoo moesteu echter de kommanderende offi
cieren der Genie en Artillerie dezelve in allen spoed zoo
danig inrigtendat binnen de meesten derzelve in weini
ge dagen van twaalf tot achtien stukken stondenhet grootste
gedeelte ijzeren kanonen van 6 tot 24 pd.meerendeels op
slechte wal- en kustaffuiten; men had geene betere voor
handen; de nieuwe en bestelde affuiten, te Soerabaija
gemaakt, bevonden zich in de nabijheid van de MeraJc-
baai ot op het fort Loclewijkvan waar men dezelve niet
in der haast bekomen kondede eerste zijn verbrand of
onbruikbaar gemaaktde laatste in de handen der vijan
den gevallen. Sommige werden zelfs op rolpaarden in
de courtines geplaatstzonder dat er echter de geringste
verbetering of versterking aan de borstweringen wierd
toegebragt.
Men waagde het (ingewikkeld) Zijne Excellentie opmerk
zaam te makendat namelijk de redouten in dezen staat
niet bestand konden wezennoch tegen de werking van
haar eigen geschut, noch tegen dat des vijands, vooral
wanneer de laatste goed vondsterke batterijen daartegen
aan te leggen; dat de redoute No. 3 over de slokkan
(en dus buiten het retranchement gelegen) zeer gevaar
lijk voor de zekerheid der positie wasen dat ingeval zij
onvoorziens of op eene andere wijze genomen wierd, dit
alsdan zeker met nog grootere ongelukken gepaard zoude
gaan; en eindelijk dat de redoute No. 4, uithoofde van
de ligging van No. 2 en 3tegen het voorfront bijna van
geen nut wezen zoudeen dat zij, bij omstandigheden
ons ook hare nadeelen brengen konde, enzoovoorts. Zijne
Excellentie beweerde, dat de vijand niet aan de zijde der