zal wezen aangedaan, en dus geen gehoor verleenen zal aan
de opgemelde verraderlijke industriën, zelfs al waren daaruit
te wachten de groote voordeelen, welke met zooveel ophef hij
de meer gemelde publicatiën worden geannonceerd.
Dan, dat bovendien de beloften, die deswegen worden ge
daan, met gecne andere inzigten geschieden, als ter bevorde
ring van des vijands heerschzuclitig oogmerk, om het kostbare
eiland Java te brengen onder het juk en de dwingelandij van
Groot-Britannië en genoegzaam aanduidt den schrik, die den
vijand door den roem der Fransche wapenen is in het hart
gejaagd.
Dat ons des alomme, waar de vijand in soortgelijke listige
aanslagen is gereüsseerd, de ondervindingtot wroegend na
berouw van degenen, clie daaraan hebben gehoor gegeven,
geleerd heeft, hoe jammerlijk zij door de beloften des vijands
misleid en daardoor gebragt zijn onder de zelfde verwachting
en indrukking, welke het erfdeel is van allo natiën in Indien,
die onder den dwang van het Fngelsche bestuur gebogen gaan.
Dat de opgave des vijands, wegens het in bezit nemen van
Batavia en de Marak-baai door deszelfs, zoo hij voorgeeft,
zegevierende wapenen, niet anders is dan eene beklagelijke
grootspraak, nademaal deze beide plaatsen vrijwillig door on
ze armee verlaten zijn om der ongezondheids wille, waaraan
wij het leven van onze dappere soldaten niet zouden hebben
kunnen exponeeren, zonder een groot voordeel te geven aan
den vijand, die thans gedwongen is, zich in die verpeste stre
ken te blijven ophouden.
Dat dus ongerijmd en ton eenenmale leugenachtig is de
aankondiging van den vijand, als of onze troepen, vervolgd
en verslagen, naar de bosschen teruggeweken waren, daar in
tegendeel de sterke standplaats van onze armee, telkens dat
de vijand het gewaagd heeft, zich te vertoonen, niet alleen
hem groote verliezen heeft doen ondergaan, maar ook in het
vervolg zal noodzaken, deze kusten, met spijt over het misluk
ken van zijne roekelooze onderneming, të verlaten.
Dat, daar dit tijdstip niet ver meer af kan zijn, wij alle
vasallen en onderdanen van Zijne Majesteit den Keizer bij pligt