HET NIEUWE VOORSCHRIFT Infanterie van het Indische Leger. VervolgZie aflevering No 3.) He 2c afdeeling van het h deel, „de munitie", is, met het oog op hetgeen wij daaromtrent in het voorgaan de aanteekenden, ook veel té uitgebreid behandeld. In elk geval had volledigheidshalve moeten zijn vermelddat het ronde gaatje der inzinking, bladz. 52, wordt bedekt door een schijfje gaas om te verhinderen, dat kruid in het gaatje dringt. Het voorkomende in de noot op blz. 53 is van zeer veel gewicht voor de korps- en kompagnieskommandan- ten; immers daardoor moeten zij beoordeelen of het aantal hc.'kjc) ingen aanleiding moet geven, speciaal omtrent de patronen te rapporteeren en ze af te keuren. Daarom had de bepaling in die noot in den tekst moeten zijn opge nomen zelfs als afzonderlijke paragraaf, om er zoodoende de aandacht ten volle op te doen vestigen. Daarentegen kon het aangeteekende omtrent het merken van de pakjes patronen gevoegelijk in eene noot zijn opgenomen. Ter VOOR BIJ DE

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 319