316 gaan, zou de driemansschijf 1, 2° doel) kunnen worden benut, die alsdan zou moeten worden voorzien van eene zwarte streep over het midden der breedte, doch overi gens geheel blank moet blijven. De streep dient natuur lijk voor het richten en ter beoordeeling van de zjjde- lingsche afwijking. Om juister te richten moet zij zoo smal mogelijk zijn. Do schijnbare grootte van voorwerpen, die zich op verschillende afstanden van het oog bevindenverhoudt zich in omgekeerde reden tot die afstanden. Bij den aanleg is het oog van den schutter op 1,20 a 1,30 M. van den korrel verwijderd, die gemiddeld 0,15 cM. breed is. Bij de voorgeschreven wijze van richten 97) wordt alzoo, op 100 passen, schijnbaar een gedeelte der schijf van meer dan 7,5 cM. door den korrel bedekt. Hoewel er nu nog andere omstandigheden zijndie hier in rekening- moeten worden gebrachtzoo kan toch a priori worden gezegd, dat zooals in 86 van het reglement wordt voorgeschrevenop de zwarte streep van een lcM. onmoge lijk kan worden geviseerd bij het bezigen van vol korrel. Ieder schutter zal daarvan de verzekering geventer wijl het door ons aangegevene vrij wel overeenkomt met de op blz. 68 voorkomende trefkans. Het inschieten der geweren moet uitsluitend geschieden door goede schutters; dit volgt uit den aard der zaak. Hot is bovendien noodig, dat die schutters eerst geoefend worden in het schieten van den schietbok, omdat dit een bijzonderen stand vordertzoowel van het geweer als van den schutter. De tweede alinea van 86 laat in dit opzicht te veel aan de interpretatie van kompagnies- en detachementskommandanten over. Daarentegen zijn in die paragraaf bepalingen opgenomen, welke alleen van be lang zijn voor geweermakers, en alzoo achterwege hadden moeten blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 321