322 om bij het schieten voldoende resultaten te verkrijgenzijn juist richtfn en goed aftrekken. Yan deze handelingen kan de eerste bij het schieten naar de schijf niet worden waargenomen, terwijl de tijd ontbreekt om de bij liet aftrekken opgemerkte gebreken op het terrein te Ieeren verbeteren. Daarom zijn de eigenlijke schietoefeningen meer of minder doellooszoolang door den schutter aan de hoofdvereischten van het schieten niet kan worden voldaan. De voorbereidende schietoefeningen moeten alzoo met bijzondere zorg plaats hebben. Daarbij zou het van be lang zijn, indien de gevolgen van het al of niet goed richten en aftrekken konden worden nagegaan door den leerling schutter zeiven. Een practisch middel daartoe is het bezigen van de bekende en bij liet Nederlandsche leger sedert een elftal jaren ingevoerde kamer-schietcijlinders met daarbij behoorende Flanbert-patronenWelke over wegende reden er echter tot dusver heeft bestaan om voor het Indische leger den kamer-schieteijlinder niet in te voeren, is ons een raadsel. Zeker is het, dat het schieten met patronen, tot deze cylinders behoorende. voor de In landers vóóral, van veel nut- zou zijn. Wij hopen, dat het Legerbestuur het goede voorbeeld van het Ministerie van Oorlog in Nederland zal opvolgen en eindelijk te rade wil gaan met de vorderingen, die sedert een twaalf tal jaren bij de Europeesche legers op het gebied der voorbereidende schietoefeningen zijn gemaakt. In Nederland is daarvan zóóveel partij getrokken, dat die oefeningen, zelfs door Pruisische officieren boven die der Duitsche Infanterie in waarde gesteld worden. Voor ons, Indische Infanterie-officieren, is het werkelijk weinig bemoedigend daarvan tot dusver bijna niets te bespeuren bij de invoe ring van het verleden jaar gedrukte (of herdrukte Indisch schietreglement.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 327