324 bij het vaardig maken, welke als geheel afwijkende van die, bij het exercitiereglement voor de Infanterie voorge schreven, bepaaldelijk liet schieten naar de schijf eigen is. Behalve omtrent het ondoelmatige van deze wijze van behandeling, hebben wij ten opzichte van de voorgeschre ven positie zelve ééne opmerking te maken. Het schijf schieten is eene voorbereiding tot en eene oefening van het vuurgevecht, zoowel in verspreide als in gesloten orde. Bij het vuren in verspreide orde zal, in den regel, niet Maande worden gevuurd, doch in knielendeliggende of zittende houding, met het geweer al dan niet opgelegd of aangeleund. De knielende en liggende houdingen zijn den rekruut reeds spoedig geleerd [zie 6, Rekrutenschool], de zittende houding vereischt nog al voorbereiding, zoodat zij niet dikwijls zal worden aangenomen. Overigens zijn die houdingen gebaseerd op of afhankelijk van de gestalte van den schutter en daarom niet algemeen en voorschrift matig toe te passen, hetgeen trouwens bij liet werkelijk gevecht in geen geval wordt vereischt. Bij het vuren in gesloten orde echter is de staande houding regel en de schutter aan eene bepaalde ruimte gebonden, en moet het voorste gelid de voeten bij elkander houden 84, Rekrutenschool], terwijl het achterste gelid den rechter voet niet veel verder dan 0,2 M. kan afzetten 110, Rekrutenschool], zonder de voor- of nevenlieden te hin deren of te kunnen schieten. Door nu bij het staande schieten naar de schijf eene andere positie der voeten te doen aannemen dan bij het vuren in de gelederen, ziet men het doel der oefening voorbijen ofschoon wordt toegegeven, dat eene plaatsing der voeten, als in de noot van 8 [zeer leelijk] is bepaald, op zich zelve voor eene vaste houding van het lichaam goed is, moest die plaatsing, als buiten verband met de werkelijkheidbij het schijf schieten ook niet worden onderwezen, maar daarbij de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 329