334 Maar de vraag is wanneer men dat recht behoort te ver krijgen. Eene consequente toepassing van het beginsel om de pensioenen te bepalen in verhouding tot het aan tal dienstjaren, zou leiden tot de uitkomst, dat een ieder ten allen tijde, zou gerechtigd zijnontslag uit de militaire dienst te vragen met behoud van aanspraak op pensioen. Een natuurlijk gevolg zou daarvan zijn, dat dan ook voor elk dienstjaar slechts een gering bedrag zou worden toe gekend. Stellen wij b. v. een soldaat na 12 jaren dienst in Indië recht hebbende op f 200, zou voor één jaar dienst dan f 16, ontvangeneen luitenantna 20 jaren dienst in Indië recht hebbende op b. v. f 1000, zou voor één jaar dienst f 50 ontvangen. Eene zuiver con sequente toepassing zou dan ook mede brengen dat, om welke reden men ook de dienst verlietmen slechts aan spraak zou hebben op een pensioen, evenredig aan het aantal dienstjaren, dat men telt op het oogenblik van het verlaten van de dienst. Dit is het beginsel der on schendbaarheid van het pensioen. Dat de belangen van den staat door eene dergelijke regeling niet gebaat zouden zijn, is gewis voor ieder duidelijk; maar ook de belangen van het individu zouden er door benadeeld worden. Behalve de personen toch, die, ten nadeele van den staat, na een betrekkelijk korten diensttijd hun ontslag zouden vragen, zijn er nog velen, die na slechts weinige dienstjaren om gezondheidsredenen voor de militaire dienst worden afgekeurd; en hoewel iemand, ongeschikt voor de actieve militaire dienst, nog geenszins geheel ol altijd ongeschikt is om in de bui gei - maatschappij eenig werk, overeenkomende met zijne be kwaamheden, te verrichten, zoo is toch eene, op welke wijze dan ook, geschokte gezondheid nimmer eene aanbeveling en zeer dikwerf een beletsel om het dagelijksch brood zoo ruim te verdienen als met een gezond gestel mogelijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 341