338 steeds hetzelfde pensioen ontvangt. Een soldaat, die de twee laatste jaren van zijn diensttijd het geluk heeft, nog tot korporaal bevorderd tè worden, krijgt evenveel pen sioen als een korporaal, die bijna zijn gelieelen diensttijd als zoodanig doorbracht. Het verschil tusschen beider diensten is groot en behoeft voor militaire lezers geene toelichting. Een sergeant, die tot soldaat teruggesteld en eerst jaren later weder tot dien graad opklimt, zal, na weder minstens twee jaren dien graad te hebben bekleed, gega- geerd wordende, evenveel gagement ontvangen als zijn graadgenoot, die bijna zijn geheelen diensttijd onberispe lijk in dien graad diende. Is dit billijk? Ieder adjudant- onderofficier, tot dien graad bevorderd na 12 jaren dienst, waarvan 8 als sergeant-majoor, ontvangt later evenveel pensioen als zijn graadgenoot, die ook na 12 jaren dienst, waarvan echter 7 als sergeant en 1 als sergeant-majoor, werd bevorderd. Toch is het duidelijk, dat de eerste moeilijker diensten aan den Staat heeft bewezen dan de tweede. En nu de officieren. Ieder kapitein van het Indische legerdie op gevorderden leeftijd officier is ge worden, wacht tot dat hij twee jaren in dien rang heeft gediend om zijn pensioen te vragen. Een collega, die op jeugdiger leeftijd tot officier werd benoemdmoet zes of meer jaren in den kapiteiusrang doorbrengen, alvorens wegens volbrachten diensttijd zijn pensioen te kunnen vragen. Toch is beider pensioen gelijkmaar wie zalin den regelin den officiersrang de meeste diensten hebben bewezen? De groote verantwoordelijkheid, verbonden aan den gewichtigen kapiteinsrang, doet de onbillijkheid ten duidelijkste uitkomen. Om alle onbillijkhied in dit op zicht voor de toekomst te vermijden, stellen wij voor, een bedrag vast te stellen voor elk jaar in eiken graad of rang doorgebracht. Dat bedrag is echter verschillend naarmate de diensten in Nederland dan wel tusschen de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 345