342 lijk ongeschikt is verklaard voor den hoogeren rangmoet da delijk worden gepensioneerd. Wat men ook moge aanvoeren van eene geschiktheid m den tegenwoordigeh rang of van in dien rang nog goede diensten te kunnen bewijzenen meer andere voordeelenzij kunnen niet opwegen tegen de na- deelenverbonden aan het bestaan van gepasseerde officieren. Hoewel die nadeelen somtijds minder direct zichtbaar zijn, zij doen daarom hun slechten invloed maar al te zeer gevoelen. De wijze van het berekenen van den diensttijd kan in hoofdzaak blijven zoo als zij nu isdat de in de koloniën doorgebrachte jaren dubbel tellenwordt algemeen als billijk aangemerkt. Bij het berekenen van het pensioens bedrag, zouden wij om de verschillen niet te groot te laten zijn, het volgende willen in acht nemen. Minder dan 3 maandenin een graad of rang doorgebracht, wordt in 't geheel nietvan 3 tot en met 9 maanden als i en meer dan 9 maanden als 1 jaar in rekening gebracht. Een natuurlijk gevolg van ons stelsel is, dat de jaren, buiten de keerkringen doorgebracht, even als bij het berekenen van den diensttijdook bij het bepalen van het pensioensbedrag, als in Nederland doorgebracht, wor den aangemerkt. Dat dit ook met de billijkheid overeen komt, moge het volgende voorbeeld aantoonen. Twee officieren gaan gelijktijdig naar Indië. De een wordtna 20 jaren onafgebroken dienst aldaar, gepensioneerd. De ander is tweemalen 2 jaren met verlof naar Europa ge weest, en hoewel deze nu eerst 22 jaren na zijne aankomst in Indië kan gepensioneerd worden (gemakshalve laten wij bij beiden de dienstjaren vóór het gaan naar Indië buiten beschouwing), heeft hij in het geheel slechts 18 jaren dienstgedaan. De eerste ontvangt nu een pensioen, berekend voor 20 jaren volgens kolom IY, de tweede een pensioen voor 22 jaren, waarvan echter slechts 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 349