VARIA. Aanteekeningen op de laatste uitgave der Handleiding ten ge- brnike bij de uitoefening der militaire rechtspleging door Mr. W. E. Van der Hout en H. J. Prins. Vervolg. Zie de afleveringen Nos 2 en 3.) Artikel 216, Zie A. O. van 1877, N°. 40. De straffen, in appel uitgesprokengaan in met den dag der uitspraak van den eersten rechter, waaronder moet worden verstaan de dag, waarop het vonnis door den eersten rechter is gepronuntieerd en niet diewaarop het vonnis van den eersten rechter is gewezen (A. O, van 1878, N°. 35. Circulaire van den Ad vocaat-Fiscaal dd. 18 Juni 1878, N°. 79). Indien geen appel is toegelaten of geinterjecteerd, gaat de straf in met de dagteekeniug van het arrestwaarbij het vonnis is geapprobeerd en geconfirmeerd. Wanneer een vonnis gewezen is door den krijgsraad te velde of in eene belegerde of berende plaats en het H. M. Q. niet over de zaak heeft erkend of rechtgesprokengaat de straf in met den dag, waarop de bevelhebber het fiat exe cutie heeft verleend. Ingeval de door den militairen rechter opgelegde straf vóór de executie, bij wijze van gratie, is gewijzigd of de beklaagde op vrije voeten is geblevengaat de straftijd in met den dag, waarop het vonnis of de sententie is ten uitvoer gelegd. Bij opzending van militairentot meer dan één jaar kruiwa gen veroordeeld die naar aanleiding van het bepaalde bij Staats blad van 1853, N°. 46, in verband met het Koninklijk kabinets-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 358