352 rescript dd. 29 Maart 1862, N°. 90, hunne straf in Neder land moeten ondergaanbehoort te worden overgelegd een execut.-extract van hot gewijsde, waarbij zij zijn veroor deeld. Daarop behoort nauwkeurig te worden aangeteekend de dag van aanvang en expiratie der strafberekend naar bovenstaande regelen. Artikel 219. Door het H. M. G. is bepaald: 1. dat voortaan door s Hofs Griffier van de sententiën, ge wezen tegen te Batavia van elders aanwezige appellanten, waarbij deze zijn veroordeeld tot eene straf, die zij in het Militair huis van arrest moeten ondergaan, onmiddelijk na de executie afschriften zullen worden gezonden rechtstreeks aan den kommandant van het arresthuis; en 2. dat bij dergelijke veroordeelingen evenzoo zal worden gehandeld door de auditeurs-militair, voor zoo ver betreft de door hen geëxecuteerde arresten of sententiën, gewezen tegen uit hun rechtsgebied afkomstige militairen; terwijl zoo wel op als buiten Java, de auditeurs-militair zijn aangeschreven om deze nieuwe bepaling na te komen. In verband hiermede, zendt de kommandant van het arrest huis de arresten en sententiënna daarvan het noodige gebruik te hebben gemaakt, aan de korpskommandantendoor wie de veroordeelden aan den krijgsraad zijn overgeleverd. (Zie A. O. van 1874, N°. 44). Op de afschriften dor sententiën moet de datum van aan vang en expiratie der straf worden vermeld. (Circulaire van den Advocaat-Fiscaal dd. 31 December 1877, N°. 187.) Artikel 220 en 221. De opvolging dezer artikelen is bij circulaire nader in herinnering gebracht. Nergens is voorge schreven, dat alle militairen beneden den rang van officier bij de krijgsraden pro Deo procedoerendoch het is bij het H. M. G. een standvastig gebruik, dat aan alle appellanten beneden den rang van officier onmiddelijk, „wegens hun no toir onvermogen", acte pro Deo wordt verleend. Artikel 222. Geabsolveerden van de instantie moet worden afgevraagd of zij in appel wenschen te komen. Artikel 279 en 294. (Zie de A. A. O. O. van 1860, N°.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 361