353 57 en van 1874, N°. 75). Wanneer de bevelhebber van het leger te velde of de bevelhebber eener werkelijk berende of belegerde stad, plaats of vesting zwarigheid vindt om het bij de wet gevorderde fiat executie op een door den krijgsraad gewezen vonnis te verleenen, en de krijgsraadniettegenstaande do bedenkingen van den bevelhebber, vermeenen mocht, bij het gewezen vonnis te moeten volharden, zal do bevelhebber de executie van het vonnis schorsen en dit, met de daartoe behoorende stukkenzoo spoedig mogelijk ter kennis brengen van den Gouverneur-Generaal. Indien ook bij den Gouverneur- Generaal bedenkingen tegen het geslagen vonnis mochten bestaan of dit der Regeering twijfelachtig mocht voorkomen worden alle stukken rechtstreeks aan het II. M. G. gezonden, dat in zoodanig geval gemachtigd en opgedragen wordt, ken nis van de zaak te nemen en daarover recht te spreken als het zal vermeenen te belmoren. Alle opstand of verzetwaardoor de openbare rust en orde worden in gevaar gebracht onder de tot een garnizoen be hoorende manschappen, waar krijgsraden kunnen worden bijeengeroepen, wordt vervolgd en berecht overeenkomstig de art. 282 en 294 R. L. en zulks met terzijdestelling van alle daarmede strijdige bepalingen. (Zie de A. O. van 1871, NJ. 54 en do Ordonnantie van 18 Augustus 1860Staatsblad N°. 77). Vergelijk de aanteekening op art. 185, C. W. Artikel 297. Officieren, waarnemende auditeurs-militair moe ten zich tot het bekomen van verlof wenden tot de bevoegde militaiie autoriteit en van het bekomen verlof kennis geven aan het II. M. G. (Zie Besluit van het H. M. G. dd. 4 Oc tober 1872.) Aan de residenten der Wester-en Zuider-en Oosterafdeelin°' O van Borneo en aan den resident van Palembang is opgedragen om bij afwezigheid, belet of ontstentenis van den auditeur militair bij den krijgsraad in hun gewestin overleg te treden met den gewestelij k-militairen kommandant, ten einde een ander officier met de tijdelijke waarneming dier betrekking te belasten. (Zie de A. A. O, O. van 1874, Nos 36 en 40). Artikel 328. Het parapheeren der stukken strekt zich niet 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 362