354 uit tot die bescheiden welke niet in de vergadering ter re sumtie en approbatie of alteratie behooren te worden gebracht. (Circulaire van den Advocaat-Fiscaal dd. 10 Juli 1866, N°. 64/31). Wordt vervolgd.) De Nederlandsch-Indische topographische kaarten op de tentoon stelling te Parijs van 1878. Voorzeker zullen allen, die nog prijs blijven stellen op onze nationale eerzich onaangenaam aangedaan hebben gevoeld over het weinig vleiende oordeel, in dagbladen en tijdschriften uitgesproken over de Nederlandsche en de Ne derlandsch-Indische afdeel ingen op de laatste wereldtentoonstel ling. Waaraan en aan wie dit moet worden gewetenbehoeft hier niet herhaald te worden. In weerwil van al den wansmaakde zonderlinge groepecring kortom van de blijkbare onverschilligheid der daarvoor aan sprakelijke personen, waarvan de rangschikking der verschil lende voorwerpen in beide afdeelingen getuigde, mochten niettemin enkele inzendingen toch eene zeer gunstige beoor deeling, zelfs van personen buiten de jurij staande, weg dragen. Dit was o. m. het geval met de door het Topogra- phiscli bureau van den Indischen Generalen staf geëxposeerde kaarten. De waardewelke deze kaarten voor ons leger bezitten, noopt ons daarom over te nemen hetgeen daaromtrent vermeld wordt in „Petermann's Mittheilungen van 1878, Band 24, Heft XII. Volledig is dat oordeel echter niet. Evenmin altijd juist. Het eerste is echter-geenszins aan de redactie van dat be roemde aardrijkskundig tijdschrift te wijten. Zij heeft haar Uit het Indische. Leger werden bekroond a. het Topographisch bureau met eene z. m. h. de Art. Constructiewinkel c. de Gewecrwinkel. d. de Pyrotechnische werkplaats met eene z. m. en eene diploma.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 363