-- 355
oordeel uitgesproken over de geëxposeerde Indische kaarten,
welke zij heeft kunnen zien. En dat waren niet de beste,
zeker de minst nauwkeurige. Dank aan de vreemde opvat
ting van hendie met het arrangeeren der Indische kaarten
belast warenheeft men Hollandsche en Indische topograpliische
kaarten bij en door elkander gevoegd; zelfs geene schifting-
gemaakt tusschen de verschillende producten der Indische
cartographie in 't algemeenkaarten van het Mijnwezen den
Waterstaat en den Generalen staf woonden samen als broeders
van hetzelfde huis; de topograpliische inrichtingen van
's Gravcnhage en Batavia omstrengelden elkander innig. Quelle
rhapsodie! En zoo gebeurde het (toevallig?), dat de mooiste
kaarten van het Indisch topographisch bureau zóó hoog aan
den wand (tot bijna aan de zoldering) hingen, dat ze bijna
niet te zien, zeker niet te benaderen waren. Daaraan is het
te wijten, dat „Petermann's Mittheilungenmet geen enkel
woord gewag heeft kunnen maken van twee prachtige en
nauwkeurig uitgevoerde kaarten als die b. v., welke in het
Apercu de Vorigine et du développemet des reconnaissances
militaires a Java depuis Vannée 1849 et de Vorganisation
actuelle du service topographique (Batavia. Imprimerie Ogil-
vie et Cie. 1878)- op bladz. 19 als volgt omschreven worden:
2. La carte d'une partie de la montagne de Kloet, a l'échelle de
1:100,000, dessinée avec des haehures. Quelques photographies du cratè-
re y sont jointes.
3. Unexemplaire photographic de la carte de la résidence de Rembang
h l'échelle de 1:100,000, dessinée avec des teintes fondues.
De overige kaartendie wel te zien warenhebben daar
door meer gewicht gekregen, zooals de (nieuwz) Etappekaart
ran Java en Madoera. Verdiend of onverdiend? Hieromtrent
kan niemand betere inlichtingen geven dan de Luitenant-
Kolonel van den Generalen staf Havenga, die persoonlijk voor
zijne (afzonderlijke? welke?) inzendingen, ook, met een mé
daille d'argentbekroond werd. Voor het oogenblik wen-
schen iiij zeiven die vraag nog onbeantwoord te laten en
slechts over te nemen, wat in „Petermann's Mittheilungen"
over de Indische topograpliische kaarten gezegd wordt, wel-