33 waaraan natuurlijk niet te denken valt niet te vermij den, het kan daarom veel getemperd worden, door de hoofdbeginselen van gewichtige organisatiën hij de wet vast te stellen, om ze zoodoende te verheffen boven de afwisselende inzichten van spoedig aftredende ministers. Door wettelijke regeling aan te nemen als het noodzake lijke correctief van den parlementairen regeeringsVorm kan men de onvruchtbaarheid van den arbeid der uitvoe rende macht zoo niet vaak geheel voorkomen, dan toch altijd veel minder maken. In het algemeen moge dit waar zijn, vooral op het gebied der defensie is wettelijke regeling te verkiezen omdat wellicht geen deel van ons staatsbestuur méér be hoefte heeft aan vastheid van beginselen dan juist de landsverdediging in den meest uitgebreiden zin van het woord. Eene omschrijving van de kwestie der defensie is tot toelichting van het voorgaande niet overbodig. De zaak der defensie, om de woorden van De Roo \an Alderwerelt in zijne brochure Onze Zeemacht in her innering te brengen, is bij uitnemendheid en meer dan eenige andere, eene regeeringszaakniet eene zaak van den minister van Oorlog of van de ministers van Marine en Koloniën, maar van het geheele kabinet. Op elk ander gebied moet de uitvoerende macht veel minder zelve wer ken dan wel aan anderen de gelegenheid openen om op de meest krachtige en vruchtbare wijze werkzaam te zijn. Op het gebied der defensie echter moet de uitvoerende macht hot initiatief nemen, is het de uitvoerende macht die werken moet, zonder dat daarom het publiek werke loos mag of behoeft te blijven. Het leger, de vloot en on ze vestingen vormen één organiek geheel om op een gegeven oogenblik de gewenschte kracht te kunnen uitoefenen. Het is daarom noodig, dat de doelen van dat geheel goed in elkander grijpen en derhalve in onderling verband worden gebracht. 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 38