390 gens ziekte ééne parade niet kon bijwonen, ofschoon dezelfde schutter den vorigen avond op eene gezellige bijeen komst tegenwoordig was en op den dag der parade zeiven tot laat in den nacht in de sociëteit feest vierde. Een sergeant, inderdaad een model-onderofficier en een hoogst fatsoenlijk man, van beroep onderwijzer, bood bij gele genheid eener wapeninspectie zijn geweer in aller vuilsten toestand aanZijn bediende had vergetenhet schoon te makenen hijdenkende dat alles in orde washad den man gelast het wapen in te leveren. De inspecteur ver zocht den kommandant, dien onderofficier te bestraffenwant zijn geweer overtrof alle andere in verwaarloozing. Zijne uitstekende antecedenten in aanmerking genomen, werd hem echter eene lichte boete opgelegd; doch dit stuitte hem zóó tegen de borst, dat hij, niettegenstaande hij jaren bij de Schutterij had gediend, het boetebillet beant woordde met een geneeskundig certificaat van finale vrij stelling.Een gewezen onderofficier van het Leger woonde wat ver van zekere hoofdplaatswaar hij echter met lust en ijveren blijkbaar in het genot eener goede gezondheidzijne dagelijksche bezigheden verrichtte. Weinig aantrekke lijks in de schuttersdienst vindende, wendde hij zich tot den doctor om er van ontheven te worden, en werd dan ook vrijgesteld. Jammer echter, dat die geneesheer, hierover aangesproken, het geloof aan zijne wetenschap pelijke verklaring verzwakte door te zeggen„Kassian! die man woont ook zoo ver"! Menigmaal heeft een bekend en geacht doctor gezegd: Wanneer iemand beweert, zich onwel te gevoelenkan ik hem het tegendeel niet bewijzenen stel hem dus maar van de exercitie vrijwant hoe zou ik mij kunnen verantwoorden, als hem gedurende de exerci tie eens iets overkwam?' Inderdaad zeer consciëntieus Doch hoe verantwoordt zich die doctor ten opzichte van die velen, die „vrij" krijgen, en wien niets overkomt J'en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 401