35 zegt De Roo ran Alderwerelt, wordt in de eerste plaats belieerscht door staatkundige en staathuishoudkundige overwegingen. Bjj de politieke eischen van een defensie stelsel doen zicli b. v. de volgende vragen voor. Hebben we eene politieken welke is die Huldigt de uitvoeren de maclit de politiek van volstrekte neutraliteit of wil zij, wanneer daartoe bepaalde, gegronde aanleiding is, partij kiezen in Europeesche conflicten? Bij welke mogendheid zouden wij ons dan moeten aansluiten Zouden wij Frank rijk, Engeland of Duitschland als onzen vijand moeten be schouwen? Behooren wij, bij schending van neutraliteit, België tegen Frankrijk of Duitschland te ondersteuneu of met Engeland desnoods tegen Duitschland op te treden? Fit deze vragen reeds ontwaart men, dat er geen afzon derlijk Indisch defensiestelsel kan bestaan, maar dit een onderdeel moet zijn van een algemeen Nederlandsch stel sel van verdediging. Hit de volgende beschouwingen zal blijken in welk verband het onderdeel tot het geheel staat. Gaan wij verder met het stellen van vragen. Welke is onze koloniale politiek? W elke deze moest zijn, leert ons de oud-minister De Waal in zijne Indische -financiën 4—78.—Ik verwijs naar dat merkwaardige boek en de daarin, op die politiek steunende, gegeven beschouwingen over de verdediging van Indië tegen een buitenlandsehen vijand. Meer rooskleurig dan in krijgskundigen zin juist en met den feitelijken toestand van leger en vloot overeenko mende, geven zij slechts onvoldoende antwoorden op de volgende hier nog te stellen vragen. Ik bedoelIs uit breiding van ons gezag in den Indischen archipel, die de ondervinding heeft het trouwens reeds bewezen en het ligt soms, niet altijd, in den aard der zaak gesta dige uitbreiding van leger en vloot ten gevolge heeft, 1100- dig of onvermijdelijk Hoever moet men daarmede gaan ot langs welken weg, of wil men omweg, kan men het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 40