401 ondenkbaar. Bovendien begaat men de inconsequentie van de „carrésniet uit de Kompagnieschool te doen vervallen. Men werpe ons niet tegen, dat de Bataillon- school slechts het formeeren van 4, 5 en 6 divisiën aan geeft, en men dus met twee of drie divisiën geen carré formeeren kan. Dat kan heel goedwanneer men door pelotons of sectiën datgene laat verrichten wat anders door divisiën of pelotons geschiedt. Trouwens de beweging is zóó gemakkelijkdat ze niets dan een weinig oplet tendheid van de zijde der onderafdeelingskommandanten vereischt. Waarom haar dus niet onderwezen? Het verdubbelen van het bataillon is voorzeker het beste middel voor eene afdeeling infanterie om op de kleinste uitgestrektheid de krachtigste vuuruitwerking te verkrijgen, dus ook bij uitnemendheid geschikt om „met geweld volksoploopen uiteen te drijven", eene handeling zegt de Nota, „waartoe de Schutterij hoofdzakelijk geroepen zal worden". Buitengewone zwarigheden levert de bewe ging niet op, en, nu ook de schutterijen met achterladers bewapend worden, bestaat er gcene enkele reden, waar om ze niet geoefend worden juist in het aannemen van die formatiëndie haar het meest tot haar recht doen komen. Men houde ons, leeken in het vakde opmerking ten goededat het naar onze bescheiden meening eene leemte in het exercitiereglement isdat het verdubbelen dei- divisie, niet reeds in de Kompagnieschool is voorgeschre ven. Zóó nuttigzóó onmisbaar, achten we deze formatie. Wel zijn er zelfs schutterijkommandanten, die haar, en dat met den besten uitslag, hebben toegepast, doch dat behoor de regel,geene uitzondering te zijn. Bezigt men het regle ment als leiddraad, niet als einddoel, zooals veelal geschiedt, dan zal men de overtuiging opdoen, dat de meeste der daarin voorgeschreven formatiën door elke afdeeling, hoe groot of hoe klein ook, kunnen uitgevoerd worden, en behoort

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 412