403
Bij de meeste Schutterijen zijn geene reglementen voor de
garnizoensdienst voorhanden. In plaats dat de rekruten
van korporaals en onderofficieren van hun eigen korps onder
richt ontvangen, wordt dit aan onderofficieren uit het Leger
overgelaten, die liever lui dan vermoeid zijn, en ter wille
van eene flesch bier het den H. H. Schutters zoo gemak
kelijk mogelijk maken. Toezicht is er meestal zoo goed
als niet. Den meesten officieren ontbreekt het aan gewoon
te om te kommandeeren dikwijls zelfs weten zij niet eens
hunne plaatsen als divisie-, pelotons- of sectiekomman-
dant. Herhaaldelijk hebben we bij het zoogenaamde lijn-
tjesexerceeren de kommando's uit het vorige reglement
met de thans gebruikelijke op de wanhopigste wijze door
een hooren haspelen. Bij het richten hebben we soms
de orde van bataille en die van parade tegelijkertijd toe
gepast gezien. Elk kommando wordt in den regel gevolgd
door tal van opmerkingen en terechtwijzingen door officie
ren, gegradueerden en ook van schutters, kortom door een
algemeen gepraat en gemompel, waaruit alleen duidelijk
blijkt, dat niemand eigenlijk precies weet, wat hij te doen
of waar hij te staan heeft. De theorie is eene verklaring
op het bord of met blokjes van het exercitiereglement,
waarbij meestal uit het oog verloren wordt, dat schutter-
officieren en gegradueerden, menschen, die voor zooverre
het geene oud-gedienden zijn, zooals bij de meesten het
geval is, het grootste gedeelte van hun leven in het stu
deervertrek, achter den kantoorlessenaar of op het
bureau hebben doorgebracht-, zich bezwaarlijk een denkbeeld
kunnen vormen van eene sectie, een peloton, met één
woord van een aantal personen, dat eene éénheid uit
maakt, noch van de bewegingen of formatiën, welke men
door die eenheid kan doen verrichten en aannemen. De
groote fout ligt daarin, dat men het voorgeschravene uit
de exercitiereglementen als doel beschouwt, en niet als