406 in de kennis der dienst- en exercitiereglementen af te leg gen doch alle goede "wilalle ijver stuiten af op de on zinnige „Bepalingen" en 'op den weerzin van het groote publiek tegen de schutterlijke dienstwaardoor alle erns- tige pogingen ten goede belachelijk gemaakt en tegen gewerkt worden. De Schutterij is in Indië zoo impopulair mogelijk, Vo- deiland is geene militaire natie, en zij die zich naar Indië begeven, doen dit alleen met het doel om zich in het ambtelijke leven een hooger pensioen en beter tracte- ment te verzekeren dan do staatsdienst in Holland op levert, of in handel en landbouw spoediger fortuin te maken dan zij in het moederland zouden kunnen doen. Ongaarne dus wordt men gestoord in de pogingen om dat doel ten spoedigste te bereikenen vat men al ras een weerzin op tegen al wat onsook maar eenigszinser van zou kunnen vervreemdenvooral wanneer dat niet tot ge noegen, tot verpoozing in den arbeid strekt. Het kli- mat noodigt ons ook niet tot lichaamsbeweging uit. Al gemeen heeft men de overtuiging, dat de Schutterij tot niets dient, noch ooit tot iets zal dienen. Volkomen juist wanneer men haar in den toestand laat, waarin ze nu verkeert, maar even onjuist, wanneer het eene goed in gerichte Schutterij geldt. Ook de Duitschers zouden niets liever zien dan dat hun in alle opzichten uitmuntend leger nooit ten strijde opgeroepen wordt, maar verzuimen daar om niet, het zoo strijdvaardig mogelijk te doen zijn. De ongunstige publieke opinie omtrent de Schutterij wordt aangewakkerd en onderhouden door hen, die toelatendat honderden, die er deel van moesten uitmakenzich onder het masker van zoogenaamde geneeskundige certificaten aan de dienst onttrekkendie vaak personen tot officier benoemen, welke niet de geringste militaire bekwaamheid bezittenen daardoor, zoowel zichzelven als het korps

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 417