412 het, dat men hem zonder bezwaar in het gevecht lean brengen. Het terugbrengen in de 3e klasse om hem dan van meet af aan te doen beginnenis verspilling van tijd en munitie, en moet noodzakelijk gemis aan vertrouwen bij den man teweegbrengen, terwijl het niet kan strekken tot verhooging der ambitie voor het schieten. Het schieten op een doel van zulke afmetingen als in de 3n klasse plaats vindt, kan alleen noodig zijn om eerst beginnende schutters duidelijk de fouten aan te toonen, die zij bij het richten en aftrekken begaan en om de onder wijzers in staat te stellen, hunne terechtwijzingen te doen; doch overigens is het aan bedenkingen onderhevig, om dat bij minder zorgvuldig onderricht, de aanvankelijk ver kregen resultaten de rekruten verkeerde gevolgtrekkingen kunnen doen maken omtrent de noodzakelijkheid der toe passing van de regels, welke hen bij de voorbereidende oefeningen zijn ingeprent. De scherpschutter, die in den herhalingscursus der oe feningen van de le klasse op de eenmansschijf toont, zich gebreken te hebben eigen gemaakt, waardoor hij niet met vrucht de overige oefeningen van zijne klasse zal kunnen volgen, moest o. i. niet in de 3C, doch in de 2e klasse worden teruggebracht. Bij het afzonderlijk aangeven van de verrichtingen bij en door den waarnemingspost, hadden geene bepalin gen mogen ontbreken omtrent de plaatsing der schijven, het nagaan van kogelvangersschouderweringen en mate rieel. Daarentegen hadden de bepalingen betreffende het aanteekenen van de schoten en bijna alles wat in de vijf laatste alinea's van 13 is voorgeschreven, onder de dienstregeling bij de kompagnie moeten worden gebracht. In hetgeen omtrent de plaatsing van den vinger tegen den trekker in 14 (blz. 91) wordt gezegd, zou men moeten afleidendat dit uitsluitend bij het snelvuur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 423