413 moet geschieden. Het is echter een algemeene regeldat op het oogenblik dat het geweer tegen den schouder komt, de vinger of vingers tot het aftrekken moet of moeten gereed zijn. (Vergelijk S6Rekrutenschool). Is dit nu in den „aanslag" schieten eene onbegrijpelijke uit drukking overigens dan wordt altijd in den „aanslag" geschoten, en is de hierbedoelde bepaling overbodig. Ook is het ons niet geluktde beteekenis te begrijpen van de door ons gecursiveerde woorden in de volgende alinea dat aan het geweer eene zoodanige ligging moet worden gegeven, dat alle voorwerpen getroffen worden, welke zich op manshoogte bevinden in de grootste bestreken ruimte van het geweer. Wij hebben de definitie van „bestreken ruimte" 98) aandachtig nagegaan, zonder echter goed ingelicht te worden. „Men moet er evenwel op bedacht z.ijn leest men ver der, „dat veel treffers meer waarde hebben dan veel schotendat wil zeker zeggenAan den schutter moet vóór alles worden ingeprent, dat bij de snelvuren veel enz?" De niet geëindigde zin in de volgende alinea wordt op gehelderd in 26 en door deze overbodig gemaakt. Omtrent de oefeningen in de verschillende klassen tee kenen wij aandat het niet duidelijk is of de scherpschut ters óók aan het snelvuur der le klasse op 300 passen moeten deelnemen. Heemt men de noodzakelijkheid dier oefening in aan merking dan zou men geneigd zijn haar te doen plaats hebbenwaartegen de eersten zin van de laatste alinea van 12 welke in 't voorbijgaan gezegd onder de oe feningen van de scherpschutters en niet onder de alge meene bepalingen had moeten zijn gebracht zich niet verzet. De slotzin van die paragraaf, waaromtrent wij hiervoren reeds eene opmerking maakten, geeft echter aanleiding om het tegendeel te veronderstellen, en als

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 424