415
(wacht, corvee, enz.) daarnaar moeten worden geregeld.
Ofschoon dit niet aangegeven is, zal het wel de bedoeling
zijn om ook de afwezige schutters 1° klasse en de scherp
schutters bij de berekening van het aantal competeerende
schietprijzen, in aanmerking te nemen. Wij leiden dit af
uit de omstandigheid, dat volgens het voorschrift van 1864
het aantal schietprijzen werd berekend naar de formatie
van die troepengedeelten, waarvoor geen bepaald getal
schietprijzen was vastgesteld.
Omtrent de 5e afdeeling van het voorschrift, het schat
ten van afstanden, merken wij alleen aan, dat het onder
wijs in de 3'' en 2e klasse zich niet aansluit aan het on
derwijs in het schieten, door de oefening voort te zetten tot
1200 passen, terwijl door die klassen niet verder dan
300 en 450 passen wordt geschoten.
Het juist schatten van afstanden is moeilijk, vooral aan
Inlanders, te leeren. Beter is het dus, den soldaat gron
dig te oefenen in het beoordeelen van den afstand van
voorwerpen binnen de grens van zijn bevattingsvermogen
dan de oefening voort te zetten tot afstandenwaarop men
in werkelijkheid, in Indië, nimmer zal schieten. Daarbij
komt, zooals ieder weet, dat door menigvuldige andere
diensten, de manschappen zeer dikwijls aan de oefeningen
zijn onttrokken en de kompagnies-en detachementskom-
mandanten al zeer tevreden mogen zijnindien het hun
gelukt, de 3e klasse schutters tot 300 passen en de schutters
der 2C klasse tot450passen eenige notie van afstanden in te
prenten. Ook de oefening in het schatten van afstanden door
de schutters lp klasse behoeft niet verder dan tot 600 pas
sen te worden uitgestrekt. Het maximum der afstanden
voor de verschillende klassen, in de 33, 37 en 45
aangegeven ismeenen wijnog een overblijfsel van de
vroegere regeling van het schijfschieten in die klassen.
Over de 6e afdeeling en de bijlage A wenschen wij geen
27
o