424 zijn magnetisme verliest en dus de rechtsche wrijvingsrol niet meer tegen de drijfas wordt gedrukt. Nu liggen de zwaartepunten van de werkende vlakken der vinnen achter de respectieve draaiïngsassen, zoodal op dat oogenblik de tegendruk van het water de vinnen in den evenwichtstoestand terugbrengt. Zoolang de vinnen dien stand nog niet bereikt hebbenzullen zij den koers van de torpedo nog wijzigen. Deze zal dus vooreerst tot den gewenschten koers komenen dannog verder gaande, zelfs links afwijken. De vinnen zullen nu weder bewogen worden om deze afwijking te neutraliseeren, en het is nu gemakkelijk in te zien, dat de torpedo zal blijven slinge ren links en rechts van eene evenwichtslijndie de ge- wenschte koerslijn isof na eenige slingeringen in dien koers teruggebracht zal zijn. Dit is natuurlijk waar, zoo lang ei geene nieuwe uitwendige kracht op de torpedo werkt. Opdat de stroomen in de electromagneten en het re lais zoo weinig mogelijk storing veroorzaken op het kom pas moet dit zoover mogelijk van deze toestellen worden aangebracht, en verder moet men nog al die voorzienin gen nemen, die deze storingen tot een minimum reduceeren. Het bovengenoemde relais is in fig. 3 voorgesteld. Bo ven de polen van een electromagneet bevinden zich de twee noordpolen van twee permanente magneten, die om hoiizontale asjes cc draaibaar zijn, welke asjes rusten op de statieven a b en c cl. In eene richting loodrecht op deze magneetstaven en samenvallende met het vlak van draaiing, zijn daaraan door middel van eene isoleerende stof twee koperen staafjes e f bevestigd. Bij het diaaien om de asjes c c kunnen deze koperen staafjes aanslaan tegen koperen nokjes, die aan de statieven a b insgelijks door middel van eene isoleerende stof be vestigd zijn. Deze nokjes zijn met eene pool eener batterij verbonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 435