425
De staafjes e f zijn verbonden met de geleiding van de elec-
tromagneteu (fig. 2) op eene wijze, zooals blijken zal uit
de hieronder beschreven schematische voorstelling van den
stroomloop.
De draaiïugsassen der permanente magneetstaven zijn
aangebracht tusschen de zwaartepunten der staven en hare
noordpolenzoodat de zuidpolen de neiging hebben naar
beueden te gaan, waarin zij echter beperkt worden door
de nokjes g.
Gaan we thans over tot de schematische voorstelling
van den stroomloopzooals die in fig 6 is voorgesteld.
Wanneer door de verandering van koers der torpedo
de arm a h (fig. 6) van het kompas in den rechtschen
stand is gekomen, dan zijn de contacten zoodanig, dat de
stroom van de batterij B kan gaan volgens de gebroken
lijn c, d, be, g, h, i, a, k, l, m, n. Dit heeft tengevol
ge, dat de pool van den electromagneet eene zuidpool wordt.
De noordpool N van den permanenten magneet N Z van
het relais wordt dan aangetrokken, en het uiteinde van
den arm Op slaat dan dientengevolge tegen het nokje
aan. Dit veroorzaakt contacten, die den stroom van
de batterij Bgelegenheid geven om te gaan volgens de
gebroken lijn 1, 2, 6 E, 7, O, 5, hetgeen ten gevolge zal
hebben, dat de electromagneet E bekrachtigd wordt en dus
de vinnen in de gewenschte richting gedraaid worden.
Was de torpedo in de andere richting van koers veran
derd, dan was de arm a b gekomen in den linksclien stand.
In dit geval zoude de stroom van de batterij B gaan
volgens de gebroken lijn c, q, a, i, h, g, e, r, s,t,n, het
geen tengevolge zoude hebben, dat de pool h van den
electromagneet nu eene zuidpool wordt en de pool iV' van
den permanenten magneet N' Z' aantrekt. Het uiteinde
van den arm O' p\ nu tegen het nokje O' aanslaande,
kan de stroom van batterij H' gaan volgens de gebroken