458 dwangarbeiders, die zich met het vervaardigen van boven bedoelde verbanden en toestellen onledig hielden, hadden als gereedschappen daarvoor slechts noodig: een parang (hakmes)piso-raoet (knipmes), eene lange stopnaald, een schoenmakersels en wat bindtouw. Nadat ik zelf de modellen der hierboven bedoelde voor werpen had vervaardigd en eenige daarvan aan het oor deel van den Dirigeerenden officier van gezondheid der 2" kl. Dr. Van Riemsdijkmijn chef te Palembanghad onderworpen, was Z. II. E. Gr. met de rottanverbanden zóó ingenomen, dat ik er mij mede kou vleien, een nuttigen arbeid te hebben verricht. Ook waagde ik het, Z. E. den Legerkommandant en den Chef over de Greneeskuu- dige dienst daarmede in kennis te stellen, met verzoek, mij naar Atjeh te willen overplaatsen, ten einde persoon lijk in de gelegenheid gesteld te worden, zoowel op het slagveld als in de hospitalen aldaar, met de waarde dier voor werpen bekend te worden. Naar aanleiding van mijn verzoek, werd ik op den 3 Januari 1878 geplaatst bij het groot militair hospitaal te Panteh-Perak, alwaar ik mij gedurende een vol jaar voornamelijk bezig heb ge houden met de behandeling der gekwetsten en het daar- stellen en in toepassing brengen van datgene wat op het vervoer van zieken en de technische chirurgie be trekking had. Bijzonderheden, aan dezen voor mij zoo aangenamen werkkring verbonden, wil ik, alvorens tot de beschrijving van de rottanverbanden over te gaan, slechts in korte trek ken hier laten volgen. Met medewerking van den waar- nemenden Dirigeerenden officier van gezondheid Munniks de Jongliwerden, omdat zich op dat oogenblik nog geene gelegenheid voordeed om mijne rottanverbanden in toepas sing te brengen, eerst mijne hangmat-raderbaren zoodanig gerepareerd, dat zij met gunstig gevolg, dagelijks tot het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 464