41 worden. Zij zeggen niets eenvoudiger dan a bas le par lement. Begeven wij ons met hen op liet veld der utopie. Zeggen wij de bekende predikers der autocratie na„ei- lieve, laat de Koning eens vragen aan liet Land: wilt gedat ik u voorgaik alleen Dan zou men zienhoe in gevaardat fabeltje van gesplitste verantwoordelijkheid in rook verdwijnt. Er is een verzamelingspunt noodig, iemand die de vaan ojisteekt, iemand die vóórgaat, een Hendrik IVwiens witte panache den weg wees ter over winning. Jade wapperende vederbos van een Koning, niet de gepluimde slaapmutsen van geachte leden." En verder? „Mais un tel spectacle"-Prévost Paradol ge bruikte in zijn La France nouvelle deze woorden voor de zuivere democratische regeering „réjouit bien rarement les yeux du sageetsi la terre l'a vu parfois se produi- re il n'a jamais duré." Autocratie eindigt met demago gie. En deze eischt een dictator om het geschokte even wicht te herstellendat uit de puinhoopen der volksre- geering het parlementairisme weder te voorschijn doet treden. Laat ons daarom bekennen, dat alle bedenkingen te gen de bevoegdheid van het parlement tot oordeelenzoo wel die instelling als het bestaan van onzen constitutionee- len regeeringsvorm ondermijnen; want zij, die er steeds op uit zijn, onze volksvertegenwoordiging te discreditee- ren, weten met ons, dat hun streven om die grondwet tige instelling aan te randenons slechts kan voeren naai de autocratie of naar de demagogie en regeeringloosheid; in beide gevallen dus naar eene omwenteling. Hebben we als kinderen van den tijd de grondwettige instellingen van ons land te eerbiedigenwij weten ook dat deze ons niet, gelijk in sommige landen, zijn opge drongen "Wie onze geschiedenis kent, weet dat zij hare wording en ontwikkeling aan het karakter van ons volk hebben ontleend. Ons past het, met die geschiedenis

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 46