474 Gelpke en Christensendie in de gelegenheid geweest waren, de praktischewaarde er van te loeren kennen. De Dirigeerencle officier van gezondheid der 2C kl. Van Riemsdijk, Chef over de expeditionaire geneeskundige dienst in Atjeh, uitte zijn gevoelen daarover als volgt: „Over „de rottanverbanden van Be Mooij bestaat slechts één „oordeel; ze zijn namelijk in het veld niet alleen, doch „ook in de ziekeninrichtingen van onschatbare waarde; „ten bewijze hiervan refereer ik aan de daarop betrekking „hebbende rapporten, en heeft men, geloof ik, genoeg „gezegd om te kunnen bewijzen, dat De Mooijdoor het lee- „ren kennen van deze verbanden, zich buitengewoon verdiens telijk gemaakt en den gewonden soldaat eene onschatbare „dienst bewezen heeft." Br. Sachse, Dirigeerende officier van gezondheid bij de marine en chef over de geneeskun dige dienst der zeemacht in Öost-Indiëzegt, na een oordeel over die verbanden geveld te hebben, „zich te kunnen vereenigen met het gevestigde oordeel van den chef over de geneeskundige dienst bij de expeditionaire macht in Atjeh en met de verklaringen van bovengenoemde col lega's." Daar het er voornamelijk op aankomt, dat de verbanden volgens goede modellenzelfs in de kleinste bijzonderhe den nauwkeurig worden nagemaakten misschien daar aan later nog wijzigingen noodzakelijk worden geacht, wil ik mij er in Nederland mede belastende modellen verkrijgbaar te stellen. Bij het eindigen van dezen arbeid, waarmede ik hoop eenig nut te hebben gestichtwil ik de gelegenheid niet laten voorbijgaan 0111 alle collega's, die ik achtereen volgens gedurende het jaar 1878 in Atjeh leerde kennen, met wie ik op de tochten naar Lohony en Segli lief en leed deeldeen allendie mij behulpzaam warenhulpmidde len in het leven te roepen 0111 de ellende op het slagveld

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 485