490
zorg, al die oplettendheid aan die korpsen wordt bewezen,
die hun eigenaardige toestand vordert. Daarom zouden
we wenschen, dat de betrekking van Inspecteur der Schut
terijen weder in 't leven geroepen werd. Men heeft dan
één persoon, die voor de oefening, enz. verantwoordelijk
is en niets anders te verrichten heeft dan dat de Schutte
rijen ten allen tijde aan hare roeping kunnen voldoen.
Uit een zuinigheidsoogpunt zou het misschien aanbeveling
verdienen, de Legioenen, Barisan en Pradjoeritsmet één
woord, alle hulptroepen aan dien inspecteur ondergeschikt
te doen zijn. Civiel toezicht zal ook daar even weinig-
baten als tot dusver bij de Schutterij het geval is, maar
onze verhouding tot de Inlandsche vorsten is misschien
een beletsel tegen direct beheer van hunne troepen door
het D. V. O. Daarom geven we dit denkbeeld slechts
in overweging. De inspecteur zou den rang van Kolonel
moeten bekleeden, en de afdeeling Schutterijenenz. moe
ten uitmaken hetzij eene 8ste afdeeling van het D. V. O.?
hetzij een bureau van de IIe „Personeel en militaire
zaken, benevens Infanterie en Cavalerie mits men slechts
als beginsel aanneme, dat een onderdeel van het Depar
tement van Oorlog zich uitsluitend aan de Schutterijen en
andere hulptroepen wijde. Aangezien de inspecteur ook
zoude moeten beslissen in zake van vrijstellingen en con
tributionzouden wij die betrekking gaarne ingenomen
zien door een hoofdofficier, die burgerlijke toestanden en
verhoudingen met juistheid en billijkheid kan beoordee-
leu. Naar onze meening zou hij zich in persoon jaarlijks
van den toestand der Schutterijen op Java, en 0111 hef
andere jaar van dien der te Padang, te Makassar en in
de Molukken bestaande korpsen moeten overtuigenhij
moet zorgen, dat de korpsen in het bezit komen van de
dienst- en exercitiereglementenen de kommandanten
wijzen op de veranderingen, die in de reeds bestaande