491 mochten worden gemaakt; hij vestigt de aandacht der kommandanten op al wat zoo hier als bij vreemde natiën op militair gebied voorvalt en voor de Schutterijen van belang kan zijn alle voordrachten tot benoeming, bevorde ring, ontslag, enz. van officieren worden aan hem ingezon den, kortom hij treedt in alles op als dienstchef. In Engeland heeft men bij het Legerbestuur eene soort gelijke betrekking gecrëeerd; een Generaal-Majoor draagt den titel van „Inspector of auxiliary forces welke, zoo als bekend is, bestaan uit de Yolunteers en do Yeomanry"; wij gelooven dat dit voorbeeld aanbeveling verdient. Zui nigheidshalve behoeft de inspecteur op zijne reizen niet door een adjudant vergezeld te worden; met het hem toevoegen van een der meest ontwikkelde officieren uit het garnizoen, waarin hij zich ophoudt en door wien hij naar de naastbijliggende plaatsen vergezeld wordt, wanneer daar geene bezetting ligt, zou men kunnen volstaan. Het bureaupersoneel der Schutterij behoeft niet talrijk te zijn, en zou niet veel kostenvermoedelijk niet veel meer dan nu bij het departement van Binnenlandsch Bestuur aan be zoldiging van kommiezeu en klerken voor de Schutterij verspild wordthetgeen dan bij dit Departement niet meer zoude behoevente gebeuren. Alleen in geval van ziekte van den inspecteur, zou een ander hoofdofficier de loopen- de zaken moeten waarnemen; maar in details treden we niet; alleen wenschen wij de instelling van eene bijzon dere Inspectie cler Schutterijen aan te bevelen. De contribution worden door den inspecteur beheerd. Zooals het nu gaat, zijn die op enkele plaatsen onvol doende, op andere meer dan toereikende; te Batavia, Sa- marang en Soerabaja komt men juist toeals we ons niet vergissente Padang komt men te kortde kleine Schutterijen in de Vorstenlanden hebben, altijd wanneer onze berichten juist zijn, overvloed van geld, omdat er

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 502