494
den van die korpsen van kracht verklaard worden
grondslagen der ondergeschiktheid
gezag, verantwoordelijkheid en algemeene plichten
voorziening in de dienst bij ontstentenis of afwezigheid,
zoo van de hoofd- en verdere officieren, als van de on
derofficieren en korporaals
van de tenue;
van de straffen (in overeenstemming te brengen met
de bij het Leger niet bestaande, doch bij de Schutterij
niet afteschaffen boeten);
van de eerbewijzen.
Dit toont veel, maar heeft inderdaad weinig te beteeke-
nen en kan in korten tijd geleerd worden. Natuurlijk be
hoort ook het kader op de hoogte te zijn van de bepa
lingen op de garnizoensdienst en ten minste eene wacht
te kunnen kommandeeren. Ook moet ieder gegradueerde
het geweer kunnen uit elkander nemen en weer in een
zetten en de werking der deelen van dat wapen verklaren.
Geene bevordering vinde plaats dan na afgelegd examen
voor eene commissie van officieren, door den korpskom-
mandant op zekere tijden van het jaar te benoemen; dit
laatste opdat men bijv. niet elke 14 dagen of elke maand
examen behoeve af te nemen.
(Slot volgt.)