EENE BIJDRAGE
TOT DE
VAN HET JAAR 18 11
Vervolg en slot. Zie de afleveringen N09 1 t/m-5.)
9. Verklaring van den schrijver der memorie.
De ondergeteekendeoud-Kapitein, adjudant-majoor bij het
wapen der Keizerlijke Koninklijke Rijdende Artillerie in
Neêrland's-Indiëverklaart uit liefde voor de waarheid, ten
behoeve van wien en alwaar zulks zal behoevendattoen op
den voor ons noodlottigen morgen van den 26st0" Augustus
1811, de batterijen op de haar aangewezene stellingdes mor
gens ten 2 ure aangespannen en per sectiën in geslotene ko-
lonne gestaan hebben, met en benevens den Majoor, komman-
dant van het wapen, iSolsman en den Kapitein de Lange
aan het hoofdwij inwachtende waren Zijne Excellentie den
Gouverneur-Generaal Janssensdie, volgens hooren zeggen,
de troepen zoude komen inspecteeren.
In deze stelling verblijvende tot bij de eerste schemering
van het daglicht, hoorde men eensklaps een luid Hoerah
van den vijand bij de voorposten aan de redoute No 3.
Geeue orders bekomende, zond de even gemelde Majoor
mij onmiddelijk naar den Grooten staf, om die te gaan vragen.
32