496 Inmiddels volgde de Majoor, kommandant, zoo om kond schap te verkrijgen als wel het terrein te nemenalwaar de batterijen het nuttigste konden ageeren. Na den Generaal ontmoet te hebben, kreeg ik den last, om de rijdende Artillerie te doen vóórrukken; de Majoor ver zocht mij om onmiddelijk de batterijen in den harden drat te doen voorwaarts komen, ten einde op de plaats, waar hij stond, zich in batterij te stellen. Inmiddels was de vijand onverhoeds meester geworden van de redoute No 3 en rukte met de onzen over de brug, die men ten onregte had laten liggenover de slokkan binnen het retranchement. De Majoor, kommandant, deed onmid delijk de stukken in batterij stellen en opende een hevig blik- kedozen vuur, hetwelk den vijand wel het voorwaarts rukken belettedoch niet koude belettendat hij de redoute No 4 bezette en daaruit een sterk en aanhoudend vuur maakte met dit gevolg, dat binnen weinige minuten de Kapitein de Langeeenige officieren en bijna alle manschappen en paar den of gedood of gewond waren. Door de onordelijkheid en wer keloosheid, die er bij de troepen in de nabijheid van de redoute No 4 en bij de geslotene kolonne der Infanterie van de reserve voor het kruitmagazijn plaats hadscheen er niet aan gedacht te worden, de redoute No 4 te hernemen en den vijand met de bajonet weder uit het retranchement te dringen. In- tusschen was het bij deze onze linie door het verlies aan manschappen zoo ver gekomendat de stukken zelfs al reeds door geblesseerde officieren (onder wie de Luitenant Stuart geladen moesten worden. In dit hagchelijk oogenblik verzocht mij de Majoor Holsman dringend om eenige manschappen en paarden bij de reserve te willen gaan halen. Hoe ongaarne ik ook het vuur verlietzag ik zeer weldat zonder die hulp het geschut verloren was. Ik spoedde mij dus naar de reserve, toen ik van den Kapitein-adjudant van Schelle, na mens Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal, den last In het „Naamboekje" van 1811 komt geen Luitenantwel een Kapitein der Artillerie Stuart voor. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 507