NAAR AANLEIDING VAN EENE KRITIEK
SCHIETOEFENINGEN BIJ DE INFANTERIE.
In de 3 aflevering van den 10e" jaargang van dir
tijdschrift treffen wij aan eene beoordeeling van het
nieuwe voorschrift betreffende de wapenen en de schiet
oefeningen bij de Infanterie van liet Oost-Indische leger,
waarmede wij ons volstrekt niet kunnen vereenigen, om
dat zij grootendeels bestaat uit eene reeks van aanmer
kingen de eene nog gezochter dan de andere. Daarbij
toch is uit het oog verlorendat men bij de samen
stelling van het voorschrift zich tot taak heeft gesteld
om alles wat op de wapening der Infanterie betrekking
heeft, bjjeen te zamelen, en het zoodoende niet alleen
voor het kader, maar ook voor de officieren van nut te
doen zijn. Hoewel de inleiding hierop wijst door voor te
schrijven„Het theoretisch onderwijs voor de onderoffi
cieren en korporaals omvat den zakeljjken inhoud van dit
geheele voorschrift", acht onze Recensent alles overbodig
wat niet bepaald onmisbaar is voor het kader.
De geheele beoordeeling en de wijze, waarop zjj gesteld
OVER HET
EN