519
twee hoofddeelen van het geweer, lade en loop, is wel
degelijk een afzonderlijk deel van het beslag; de beugel-
schroeven, dienende om een onderdeel van het beslag aan
de lade te bevestigen, behooren tot dat onderdeel. Dat
die schroeven in 2 afzonderlijk en zelfs vóór den beugel
worden genoemd, verklaart zich zeer natuurlijk uit de
omstandigheid, dat men den beugel niet kan afnemen al
vorens de beugelschroeven te hebben verwijderd Derge
lijke zaken doen echter tot de waarde van het voor
schrift niets af, evenmin als de aangevoerde grief, dat in
2 gesproken wordt van den „onderkordonbeugel met
twee schroeven" terwijl bij beugel" het woordje „met"
door eene accolade vervangen is.
Dat het spreken van „veranderde orde," lees „veran
dert deze orde volgenderwijze," tot verkeerde begrippen zal
leiden, zien wij niet in, evenmin als dat de omschrijving
door R. gewenscht, doelmatiger is dan het „opnoemen"
van de onderdeelen, voor het geval ook de beugel wordt
afgenomen. Het tegendeel is waar. Eu wat de begrips
verwarring bij den Inlander betreft, die R. meent te moeten
afleiden uit de omstandigheid „dat men bij theoriën Inlan
ders klakkeloos hoort opdreunen het uiteennemen van het
geweer bij „delapan potong" en bij „sablas potong", merken
wij op, dat die onderscheiding „delapan potong" en „sa
blas potong" nog zoo dom niet is, om de eenvoudige re
den, dat de man al naarmate hij den beugel al of niet
afneemt, 11 of 8 deelen van de lade scheidt. (De twee
beugelschroeven als één gerekend). Als er nooit grooter
„begripsverwarring" bij de theoriën voorkomt, heeft men
o. i. alle reden tot tevredenheid.
R. zegt „Alvorens in 6 de wijze van afnemen
van den grendel te behandelen, had, regelmagtigheids-
halve, en om meer bepaald de aandacht hierop te vesti
gen, moeten zijn aangegeven, dat vóór het uitnemen van