526
is geschreven, zijn de 40, 68 en 69 daarin volstrekt
niet overbodig, zooals R.- ons it wil doen gelooven.
In 57 is werkelijk een verzuim begaanhet woord
„slotborstel" is vergeten.
Ten aanzien van het twijfelachtig nut van het opnemen
van bepalingen omtrent „Nummeren en merken", merken
wij op, dat het kader, hoewel het zich moet weten te
overtuigen of de verschillende voorwerpen behoorlijk ge
nummerd zijn, tot nog toe geene Algemeene Orders ont
vangt en dus ter zake geen voorschrift heeft.
Hoewel de uitvoering van sommige verrichtingen alleen
den officieren van wapening aangaat, moet men bij den
troep weten, dat die verrichtingen moeten plaats hebben.
He opname van dergelijke bepalingen is dus o. i. zeer
noodig.
Hoewel sinds onheugelijke jaren de aanschaffing van
roode verw zonder tusschenkomst der oorlogsmagazijnen
geschiedt, werden ter zake nooit bezwaren vernomen.
Zoodra, door klachten van bevoegde zijde, de noodzakelijk
heid daarvan blijkt, zal voorzeker de door R. gewenschte
aanvulling der bepalingen plaats hebben.
En hiermede hebben wij R *s recensie van de le afdeeling
van het voorschrift afgehandeld. Men verwachte van ons
geene beschouwingen over de meerdere onjuistheden, die
in de vervolgen der recensie voorkomen. De tijd en lust
ontbreken ons daartoe. Wij vertrouwen echter den lezer
overtuigd te hebben, dat zeer veel wat in het eerste ge
deelte daarvan voorkomt, als gezocht en van weinig be-
teekenis moet worden geacht.
G.