537 't ware wanhopig hoort uitroepen: „maar men zag niets van den Kraton dan de liooge wallen, met bamboe-doeri beplant", daarbij zeer goed wetende, dat de Kraton niets anders was dan cene door hooge wallen ingesloten ruimte met een paar muren daarin, dan is ons dergelijke kritiek niet ernstig ge noeg om gemeend te kunnen zijn. Wij roepen dan daarbij uit: words! only words! Men kan nagaan hoe ongerijmd het is, uit de insluiting der vestingen in de laatste Europee- sche oorlogen gevolgen te willen trekken voor de insluiting van den Kraton, wanneer ons de werkelijkheid daarbij heeft doen zien, dat er nog geene kwestie van insluiting behoef de te zijn, maar slechts een wijzen naar de achterdeur om den vijand reeds te noodzaken zijne sterkte te verlaten. Wanneer wij zien hoe de belangen van andere legers publiek besproken en welke harde waarheden daarbij dikwerf ge zegd worden, en met welke welwillendheid deze daarentegen worden onderzocht en zoo noodig ondersteuning vinden, ja, hoe zij elkander wederkeerig op hulpvaardige wijze gegevens verstrekken omtrent inrichtingen en voorschriften en hunne werking, alsmede de daarin gewenschte of voorgestelde ver anderingen bloot leggen, dan komt het ons wel eenigszins vreemd voor, dat het Indische leger eene niet te miskennen gevoeligheid aan den dag legt, daar waar men op bestaande gebreken of leemten wijst. Men kan dwalen in zijne beschouwingen, maar men dient toch aan te nemendat het ter goeder trouw is, en in zoo verre verdienen de aangehaalde zwakheden openlijk besproken te worden en niet met een minachtend schouderophalen te worden voorbijgezien, alsof hier alles is pour le mieux dans le meilleur des mondes. Wij schrijven die gevoeligheid toe aan de stille afzondering, waarin het Indische leger ge woon is, tot nagenoeg heden te leven, maar ook aan den verderfelijken invloed dien eenige zijner woordvoerders hebben uitgeoefend. B. zegt het zoo juist in de derde aflevering van den loopenden jaargang van dit tijdschrift (bladz. 239 243.) Laten wij het voortplanten van dien geest tegengaan. Spiegelen wij ons aan het Fransche leger van 1870. Daar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 548