541
de netheid en juistheid van conceptie zoude veel te zeggen
vallen. Laten wij een en ander met een enkel woord aan-
toonen. Is b. v. het gemis van een goed velddienstregle
ment voor het leger want als zoodanig kan men het werkje
van den Heer Van Rees bezwaarlijk aanmerken geene groote
leemte, waarvan men ook in Atjeh de nadeelige gevolgen
heeft ondervonden, omdat daardoor geene eenheid van hande
len heeft bestaan of nog bestaat Zoo waren er b. v. batail-
lons, die zich door eene enkele veldwacht lieten bewaken
terwijl andere korpsen daarentegen het grootste gedeelte der
troepenmacht voor beveiliging gebruikten, en wij zelfs een
bataillon kunnen opnoemen, dat over dag nimmer eenigen
veiligheidsmaatregel trof, totdat de bataillonskommandant
eindelijk op het gevaarlijke van dergelijke handelwijze te
velde werd gewezen. Hier zag men enkele, daar dubbele en
ginds weder kozakkenposten. Zal het niet noodig zijn, dat
men ook daarin eenheid van opvatting brenge? De veilig
heidsdienst, vooral in tijd van oorlog, moet niet afhankelijk
worden gesteld van persoonlijke inzichten (die soms, zoo als
de ondervinding genoeg geleerd heeft, bij enkelen al zeer
vreemd kunnen wezen) opdat de troep daardoor gespaard
blijve voor het gevaar of de nadeelige gevolgen, uit de meer
dere of mindere zorgeloosheid, of zenuwachtige gejaagdheid
voortvloeiende. Yoldoet de nieuwe Tirailleurschool aan alle
eischendie men een reglement op het tirailleeren mag stel
len Zeer zeker was de in den oorlog gebleken practische
onbruikbaarheid van het oude reglement in de Kompagnie-
school mede eene der oorzaken, waarom er te velde zoo wei
nig gebruik van het verspreide gevecht wordt gemaakt, of
schoon echter, zoowel ten opzichte van het terrein, dat bewe
gingen met gesloten troepen zeer belemmert, ja soms ondoen
lijk maakt, als door de vechtwijze onzer tegenpartij, een meer
verspreid optreden op den voorgrond zoude moeten staan.
Wij zagen dan ook met genoegen het elders reeds lang aan
genomen beginsel ook hier eindelijk in de Tirailleurschool
gehuldigd van het optreden van kleine, eenige zelfstan
digheid bezittende afdeelingen, in de plaats van de vroege-