548 eene andere houding zien onderwijzen dan zij in het ge lid moeten aannemen, en van de oefeningen met Flaubert- patronen daarin in 't geheel nog geene sprake is, terwijl den man schappen de gelegenheid niet wordt gegeven om met elk schot over te gaan, omdat de. serie van vijf schoten in twee ach tereenvolgende oefeningen verkregen mag worden, dan kan zoodanig reglement onze goedkeuring niet wegdragen. Op bladz. 90 staat het zoo duidelijk, dat men belangstelling en lust in het schieten wenscht op te wekken, maar wat zal daar toe wel meer kunnen bijdragen dan dat de schutter bij elk schot de hoop kan hebben om zijne serie voltallig te kunnen maken? Welken prikkel heeft hij thans, wanneer hij b. v. op 100 passen, 3e ld., 2 schoten mis heeft, om zich voor de drie overige schoten in te spannen, daar deze toch voor hem ver loren zijn? Over het meer dan eene halve eeuw oud zijnde Reglement voor de garnizoensdienst zullen we maar verder zwijgen, omdat het, hoe ook telkens gewijzigd voor het Indische leger, te belachelijk is, verder er onze aandacht aan te wijden. En onze militaire wetboeken dandie voortdu rende bron van ergernis voor velen? Na hetgeen wij thans te zien krijgen en bij de gebreken, welke onze reglementen aanklevengelooven wijdat de eeni- ge weg tot afdoende verbetering isdat het Departement van Oorlog eene commissie benoemt. Kon eens daartoe besloten wordenwe zouden dit een gelukkig denkbeeld vindenom dat het de eenige manier is om in het bezit van een goed stel reglementen te komen en het verbroken evenwicht her steld te zien tusschen do opleiding en do eischen, welke men tegenwoordig aan den soldaat stelt. Straalt dan tevens uit die reglementen, meer nog dan tegenwoordig, een geest van strenge militaire vormendan zal de eerste schrede gedaan zijn op den weg om de reeds zoo zeer geschokte krijgstucht te herstellen. Wanneer wij een goeden raad mochten geven dan zoude die commissie uit vijf kundige en geroutineerde, bij de troepen dienende officieren behooren te worden samen gesteld in de verhouding b. v. van 1 majoor2 kapiteins en 2 luitenants. Allen, die belang hebben bij de deugde- 35

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 554