547
uitdrukkingen, die men in den loop van zijn betoog zal bezigen
en die men voor den lezer, zonder nadere toelichting, onbe
grijpelijk acht, bij elkander voege. Zoodoende voorkomt
men inlasschingen, als op bladz. 12 en 13, waar de S. na
eene uitwijding van tivee pagina's tot zijn eigenlijk onderwerp
terugkeert. Ook loopt men dan geen gevaar om van derge
lijke uitdrukkingen gebruik te maken, lang vóór dat men
de beteekenis er van verklaart. Zoo spreekt de S. op bladz.
11 van „de baan", op bladz. 12 van „het vlak, waarin twee
rechte lijnen liggen", op bladz. 43 van gemiddelde trefpun
tenen „trefvlakken", terwijl de beteekenis eerst op bladz.
16, 25 en 43 wordt aangetroffen
Yeel missen we wat niet had mogen ontbreken. Zoo had
den wij gaarne met een enkel woord vernomen, wat aan
vankelijke en eindsnelheid, en wat vluchttijd is, hoeveel aanvan
kelijke snelheid de kogel heeft, hoeveel seconden hij ongeveer
besteedt om de banen op de verschillende afstanden te door-
loopen, in welke mate de aanvankelijke snelheid afneemt, in
hoeverre de eindsnelheid een factor is, waarmede men bij het
gebruik van het geweer op groote afstanden rekening moet
houden, waarom men de snelheid niet zoo hoog kan opvoe
ren als men wil, waarom eene groote snelheid voordeelig is
met het oog op de gedaante van de baan, waarom lood boven
andere materialen de voorkeur verdient voor het gieten van
geweerkogels, waarom de tegenwoordige langwerpige gedaan
te aan de projectielen gegeven wordt, enz. Ook had de S.
een denkbeeld moeten geven van het indringingsvermogen.
De duidelijkheid en de juistheid van S 's. betoogen laten
veel te wenschen over, doordien de stijl gewrongen en de
woorden niet met zorg gekozen zijn ook het onophoudelijk ge
bruik van want, intusschen, dus, echter en dergelijke, zonder dat
daarvoor eenige grond bestaat, en de onderlinge verwisseling
van doel, mikpunt en trefpunt, daar waar van mikpunt of
geivild trefpunt moet worden gesproken, brengt den onervaren
lezer telkens in de war.
Het zou ons te ver voeren om al de bovenbedoelde onjuiste
uitdrukkingen, slordigheden en onduidelijkheden, in S's werk